Fases van de bevalling

De fasen van de bevalling

We verdelen de bevalling in vijf fasen:

  1. De latente fase: de baarmoedermond zal zachter en korter worden en beginnen te ontsluiten
  2. De actieve fase: de weeen komen nu goed op gang en je hebt ongeveer 5 cm ontsluiting
  3. De overgangsfase: je hebt ongeveer 8 cm ontsluiting en de weeen worden erg heftig
  4. De uitdrijving: je hebt volledige ontsluiting en je kan het kind naar buiten persen
  5. De nageboorte: de geboorte van de placenta

Om te begrijpen wat er tijdens een bevalling allemaal gebeurt is het handig om wat te weten over de anatomie van de baarmoeder.

De baarmoeder is een hele grote spier die 1 opening heeft onderin, de baarmoedermond. De baarmoedermond, dat uitkomt in de vagina heeft de vorm van een tuitje en is zo’n 3-4 cm lang en voelt hard aan. Zoals het puntje van je neus. De baarmoedermond is erg sterk, dat is ook belangrijk omdat hij er tijdens de zwangerschap voor zorgt dat je kindje niet uit je baarmoeder valt.

Tijdens de bevalling moet de baarmoedermond eerst zacht worden, ongeveer zo zacht als je oorlel. Daarna moet hij korter worden, van 3-4 cm lang, wordt hij zo dun als een vliesje. Ook wijst de baarmoeder tijdens de zwangerschap wat naar achter, en zal deze tijdens de bevalling naar voren gaan staan. Daarna zal de baarmoedermond openen, we noemen dit ontsluiten. Van helemaal dicht tot een opening van 10 centimeter. Daarna zal de baarmoeder samen met jou de baby naar buiten gaan duwen, en daarna ook de placenta (moederkoek).

1e fase: de latente fase

In deze eerste fase van de bevalling zal de baarmoedermond eerst zacht worden (verweken) en korter worden (verstrijken) en zijn goede positie innemen: wijzend naar voren. Als dit gebeurd is kan de ontsluiting beginnen, het open gaan van de baarmoedermond.

Verweken en verstrijken zijn belangrijke processen, maar duren vaak erg lang. Je moet dus al heel veel weeën hebben gehad voordat de ontsluiting kan beginnen. Zeker als je voor de eerste keer bevalt zal dit proces lang duren, soms wel 12 uur lang. Maar omdat de weeën nog niet heel erg pijnlijk zijn, kun je dat meestal goed volhouden. Als je voor een tweede of derde keer bevalt zal het sneller gaan, omdat de baarmoedermond al een keer is opgerekt.

Weeën

De weeën in deze fase zijn net begonnen en zijn kort en komen onregelmatig. Soms komen de weeën om de 20 minuten en dan weer een paar weeën om de 5 minuten om weer af te zakken na een wee om de 10 minuten. De weeën zelf voelen niet fijn aan, maar ze doen nog niet echt pijn. Vaak kun je tijdens deze weeën nog gewoon praten, lopen en grapjes maken.

De weeën blijven onregelmatig totdat je ongeveer 4 centimeter ontsluiting hebt. Ze zijn dan meestal nog niet heel erg pijnlijk. Na deze 4 centimeter ontsluiting worden de weeën vaak een stuk sterker en komen dan ook een stuk sneller achter elkaar. Je komt dan in de actieve fase.

Tips:

  • Probeer in deze fase zoveel mogelijk te rusten, goed te eten en regelmatig te drinken. Echt diep slapen lukt vaak niet meer maar probeer een houding te vinden waarin je tussen de weeën door wel goed rust kunt krijgen. Dit zorgt ervoor dat je voldoende energie hebt als de weeën heftiger worden. Afleiding zoeken kan ook goed helpen om de tijd te doden. Ga bijvoorbeeld een taart bakken of foto’s inplakken. Of iets anders waardoor je niet steeds aan de bevalling hoeft te denken. Hoe meer je de weeën probeert te negeren hoe beter en sneller de weeën krachtiger zullen worden.
  • Schrik niet als er wat slijm of bloed uit je vagina komt. Door de weeën en de verandering van de baarmoeder kunnen kleine bloedvaatjes kapot gaan, dit is normaal. Dat zijn vaak maar een paar druppels. Ook het verliezen van slijm is heel normaal. verlies je meer dan een paar druppels bloed of ben je ongerust? Bel ons dan meteen op het spoed-nummer (06-54788178). Wij zullen dan beoordelen of de hoeveelheid bloed normaal is.

2e fase: de actieve fase

Als je ongeveer 5 cm ontsluiting hebt begint de actieve fase. De weeën zijn in deze fase krachtig en komen ongeveer elke 3 tot 4 minuten en duren ongeveer een minuut. Tijdens een wee zul je nu helemaal geconcentreerd moeten zijn, zodat je de wee goed kan opvangen. Misschien heb je tijdens een zwangerschaps-cursus tips gekregen hoe je de wee weg kan zuchten, ademen of puffen. Dit is een goed moment om de adviezen die je hebt gekregen te gaan toepassen.

Omdat je je helemaal moet concentreren op de pijn, kun je nu vaak niet meer praten tijdens de wee. Ook raken vrouwen vaak wat in zichzelf gekeerd door de endorfine die in deze fase vrij beginnen te komen. Je merkt dan niet meer zo wat er om je heen gebeurd en vaak wil je dan ook rust om je heen. Daarom zitten vrouwen in deze fase vaak in een donkere ruimte zoals de douche, wc of onder de deken in bed om zich helemaal concentreren op de weeën. Vanaf dit moment willen we dat de ontsluiting met minimaal 1 centimeter per uur vordert, het liefst natuurlijk nog sneller.

Tips:

  • Omdat het fijn kan zijn om te douchen in deze fase is het verstandig een krukje of stoel in huis te hebben die onder de douche kan. Lang staan is namelijk vaak te vermoeiend, dus zittend douchen houden vrouwen vaak veel langer vol.
  • Veel vrouwen worden misselijk in de actieve fase en gaan overgeven of krijgen diaree. Je lichaam is heel hard aan het werk. Je lichaam gebruikt al zijn energie voor de weeën, en heeft daardoor geen energie over om je eten te verteren. Daarom zal je lichaam een reflex geven dat je doet overgeven. Dat is erg vervelend, maar probeer het niet tegen te houden. Hoe eerder je maag leeg is, hoe eerder het misselijke gevoel stopt.
  • Omdat de baarmoedermond nu nog verder opengaat zal het bloedverlies ook wat toenemen. Het zal toenemen maar blijft minder dan de hoeveelheid tijdens een menstruatie. Verlies je zoveel bloed als tijdens een menstruatie, en zijn wij nog niet bij jou? Bel ons dan meteen op het 06–nummer. Wij zullen dan beoordelen of de hoeveelheid bloed normaal is.

3e fase: de overgangsfase

Bij ongeveer 8 cm ontsluiting kom je in de overgangsfase. Dit is de overgang van ontsluiten naar persen. Dit is een heftige fase omdat de weeën erg sterk zijn en vaak komen, soms wel om de 1-2 minuten. Veel vrouwen vinden dit de meest vervelende fase van de bevalling. We noemen deze fase daarom ook wel ‘de wanhoopsfase’. Want veel vrouwen roepen in deze fase dingen als: ’Ik kan het niet meer’ of ‘Ik wil nooit meer een baby’. Gelukkig is dit een fase die maximaal 2 uur mag duren maar vaak vele malen korter is.

4e fase: de uitdrijving

Heb je volledige ontsluiting, dan is de baarmoedermond helemaal open. Vaak voel je nu ook dat je kindje dieper in je bekken komt. Tijdens een wee voel je dan druk in je bekken. Het lijkt net alsof je moet poepen. Dit gevoel duurt vaak maar een paar seconden. Soms volgen daarna weer een paar weeën zonder dat je deze druk voelt. Maar langzaam wordt dit poepgevoel wordt steeds sterker. Uiteindelijk zul je tijdens iedere wee de hele wee lang de druk voelen en willen meepersen. We noemen dit persdrang. De spieren in je baarmoeder gaan nu ook anders bewegen, ze gaan nu een golvende beweging maken waardoor de baby naar buiten wordt geduwd. Zeker bij een eerste kindje is alleen de druk van de baarmoeder niet voldoende. Je moet dan als vrouw ook zelf meepersen. Dit kan liggend op bed, maar kan ook zittend op een yoga-bal of op een baarkruk.

Tijdens het persen zal het hoofdje van de baby steeds hele kleine beetjes dieper in je bekken zakken. Je bekken een heel klein beetje wijder worden en het hoofdje van de baby wordt door de druk wat kleiner. Het hoofdje van je kindje bestaat namelijk uit vier delen: de schedelbotten. Deze botten zijn nog niet aan elkaar gegroeid. Hierdoor kunnen de botten een beetje over elkaar schuiven (dit heet: moulage). Tijdens het persen schuiven de vier botten een beetje over elkaar. Daardoor wordt het hoofdje van je kindje iets kleiner. Ook zal je kindje automatisch twee keer draaien in de bekken, op die manier houd hij rekening met de vorm van je bekken. We noemen deze draaiingen de spildraai.

De meeste vrouwen vinden het persen fijner dan de ontsluitingsweeën. Omdat je tijdens het persen zelf actief kan meehelpen. Hoe harder je perst, hoe sneller het gaat! De eerste paar keer persen voelt vaak erg vreemd aan en kan een beetje eng zijn. Je hebt namelijk urenlang de weeën weggezucht, en opeens moet je gaan persen. Het duurt vaak een paar weeën voordat je precies weet hoe dat moet. Dat is heel normaal en helemaal niet erg. Wij zullen je precies uitleggen wat je moet doen en zullen je helpen bij het vinden van een fijne houding.

Ook zullen wij goed in de gaten houden of de baby in de goede houding en snel genoeg door je bekken gaat. Zelf voel je vaak niets veranderen. Het lijkt alsof je tegen een dichte deur duwt. Maar dat lijkt alleen maar zo. Het hoofdje van je kindje komt steeds een heel klein beetje verder. Omdat het steeds maar een klein stukje is, merk je zelf geen verschil. Wij zien en voelen dit verschil wel, en zullen je tijdens het persen steeds vertellen hoe ver je kindje is.

Bij een eerste kindje mag je maximaal 2 uur persen. Bij een tweede en volgende kindje maximaal een uur.

Als de baby geboren is leggen wij hem of haar meteen op je buik. We zullen de baby dan alleen wat afdrogen en een mutsje opzetten om afkoelen te voorkomen. Daarna zullen wij jullie wat tijd en rust geven om je kindje te bewonderen en aan elkaar te wennen. Het eerste contact met je kindje is een van de mooiste gebeurtenissen in je leven!

De navelstreng

Na de geboorte van je kindje zit de navelstreng nog vast aan de placenta (moederkoek).

Als je de navelstreng meteen na de bevalling vasthoudt, voel je de bloedvaten kloppen. Er stroomt dan nog bloed van de baby naar de placenta en terug. Er is dan dus nog steeds een verbinding tussen jou en je kindje, totdat de placenta loslaat van je baarmoeder. Zolang de placenta nog vastzit en er nog bloed door de navelstreng stroomt kan de baby nog afvalstoffen afvoeren en zuurstof en voedingstoffen uit de navelsteng halen. Het is voor een baby fijn om naast ademhalen nog een manier te hebben om die eerste minuten na de bevalling zuurstof te krijgen, en zijn afvalstoffen kwijt te raken. Daarom zullen wij wachten totdat de placenta loslaat, de navelstreng niet meer klopt en pas dan de navelstreng laten doorknippen door je partner (als hij dat wil).

Soms zit de navelstreng om het nekje van de baby gedraaid tijdens de geboorte. Dit is geen probleem. Meteen na de geboorte van het hoofdje van de baby voelen wij in het nekje. Als er een navelstreng zit schuiven wij deze over het hoofdje waarna de baby geboren kan worden.

5e fase: de nageboorte

Je kindje is nu geboren. Maar je bent nog niet helemaal klaar. De placenta moet nog geboren worden. Na de geboorte van je kindje trekt je baarmoeder meteen samen. Hierdoor komt de placenta los van de baarmoeder. Is de placenta helemaal los? Dan duwen wij een beetje op je buik terwijl jij nog 1x perst, en terwijl wij zachtjes aan de navelstreng trekken zal de placenta geboren worden.

Soms trekt de baarmoeder niet goed samen na de geboorte van de baby. De placenta wordt dan niet uit zichzelf geboren. Wij zullen je dan een medicijn geven, dat ervoor zorgt dat je baarmoeder weer gaat samentrekken. Zo wordt de placenta naar buiten gedrukt. De placenta moet binnen een uur na je kindje geboren worden. Is de placenta na een uur nog niet geboren? Dan moet je naar de gynaecoloog in het ziekenhuis. deze zal eerst nog meer medicijnen geven en als het dan nog niet lukt zal de placenta onder narcose weggehaald worden. Gelukkig is dit niet zo vaak nodig.

Heb jij behoefte aan een ervaren verloskundigen die je bij staat bij de bevalling? Schrijf je dan in en wij helpen je graag met de bevalling.